Welke stikstofvorm in het handigst

Publicatiedatum: 18-01-2024

Een bodem waarin de verhoudingen kloppen, levert meer stikstof doordat haar biologie optimaal functioneert, behoeft dus minder kunstmest-stikstof en gaat beter om met de aangevoerde stikstof. Dit is beter voor uw portemonnee en de omgeving (lagere stikstofdepositie). Kies daarom een stikstofkunstmest die de bodem ondersteunt en tevens een lagere CO₂ productie-voetafdruk heeft dan bijvoorbeeld KAS. Welke is dan het handigst en geeft u het beste resultaat?

 

Onderstaande grafiek laat de CO2-emissie per kg N uit kunstmest zien voor diverse meststoffen. De N-xt N24S formulering scoort aanmerkelijk beter dan de andere meststoffen.
 

 

Kun je dan óók met minder kunstmest-N toe?

Ja dat kan! Meerjarige praktijkproeven op grasland laten zien dat een bodem veel meer kan leveren op het moment dat de gebruikte meststoffen de bodembiologie niet in de weg zitten. Eén van de proefresultaten ziet u hieronder. In Friesland zijn al 4 jaar op rij verschillende meststoffen gevolgd in hun effect op de grasopbrengst. De grafiek hieronder laat zien dat grasopbrengsten redelijk vergelijkbaar zijn, maar dat de opbrengsten op de proefvelden met N-xt N24S en zeker die met N-xt N24 + Ferti-Release met veel minder stikstof uit kunstmest worden bereikt.
 

 

Heeft u vragen n.a.v. deze grafieken neem dan gerust even contact met ons op.

 

Veel genoemd; urease remmers

Een paar zaken die van belang zijn bij het gebruik van meststoffen die urease remmers bevatten; Ureum wordt m.b.v. het enzym urease, door microbiologie, omgezet naar ammonium. Urease remmers zijn bedoelt om deze omzetting stil te zetten waardoor de bacteriën die dit doen niet meer functioneren. Na verloop van tijd herstelt de bacterie activiteit zich langzaam. De schade aan de bodembiologie is enorm. Langdurig gebruik van deze stoffen heeft een blijvend effect op de bodemkwaliteit, er wordt immers meer biologie aangetast dan ons lief is.

Urease remmers aan de ureum toegevoegd heeft nog meer nadelen. Uit onderzoek in het buitenland is gebleken dat het molecuul NBPT, de urease remmer, wordt opgenomen door het gewas. Onderstaande grafiek toont het effect van stikstof opname door de plant met en zonder NBPT. Ureum behandeld met urease remmer geeft dus een verlies aan stikstof efficiëntie. Er is meer stikstof nodig voor dezelfde opname, of er wordt hetzelfde gegeven maar er wordt minder opgenomen.


Wanneer urease remmers worden opgenomen door de plant is het proces van omzetten van stikstof naar eiwit geblokkeerd. Een plant is dan niet meer in staat om voldoende eiwitten te maken. Het gevolg is veel NPN (Non Proteïn Nitrogen) of Niet Eiwit Stikstof in het gewas. Dit wordt op de analyse van bv. Eurofins keurig als Ruw Eiwit Totaal vermeld.
Onderstaande grafiek toont het effect van eiwit in gerst bij gebruik van verschillende gekorrelde stikstof meststoffen. Ureum + Agrotain (= urease remmer) geeft de laagste eiwit opbrengst!
 

De in deze proef gebruikte meststoffen zijn allemaal korrelmeststoffen (CAN=KAS, Urea=Ureum, Urea+NBPT= Novurea, Urea+DCD=ureum met nitrificatieremmer, Control=onbehandeld)


Uit ander onderzoek blijkt dat urease remmers in de maag van herkauwers gevolgen heeft voor de activiteit van de pens microben en dat de ammoniakale stikstof in mest en urine toeneemt. Dit heeft tot nu toe onbekende gevolgen op melkproductie van koeien. Alleen is het duidelijke effect op de mestkwaliteit niet een erg positief signaal waar het over stikstof efficiëntie van dieren gaat. Maar in een tijd waarin de veehouderij op het hakblok ligt vanwege te hoge ammoniakemissie is het gebruik van een dergelijke meststof wel iets om over na te denken. Als veehouder moet je keuzes maken, vaak betekent dat investeren. Investeren kan op meerdere manieren, de aanbevolen manier van (politieke) innovaties zijn erg duur. (Een serieuze kantekening: PAS OP voor de eigenschappen van reststromen, hier wordt niets over gezegd, maar gaat u op lange termijn tegenwerken in de bodem). Een keuze voor urease remmers bevattende meststoffen lijkt een keuze te zijn voor nog meer emissie en nog meer toekomstige problemen en kosten. Helaas constateren wij deze signalen in de praktijk (vandaar dat wij ze vanuit onze ervaringen een keer op een rijtje zetten).

 

Welke mogelijkheid is dus wel een oplossing?

Ureum is een erg instabiel en in de natuur niet vrij voorkomend molecuul. Er is een unieke methode om meer stabiliteit in het ureum te verkrijgen die inmiddels al vele decennia lang toegepast wordt. Dat is namelijk het complexeren van vloeibaar gemaakte ureum. In deze methode wordt ureum eerst opgelost waarna het aangezuurd wordt. Aanzuren is overigens óók een bekende methode om stikstof verlies te voorkomen (vaak een mengproces met zwavel (o.a. Powerbasic)), maar tijdens het complexeren vindt er gelijktijdig een ander fenomeen plaats, het ureum molecuul wordt, zonder toevoeging van schadelijke elementen, maar mét toevoeging van een speciaal daarvoor ontworpen mix, stabiel gemaakt en er onstaat een koolstofketen die nutriënten kan vasthouden. Hierbij behoudt de formulering haar organische eigenschap.

Je kunt dit vergelijken met wat er in de bodem gebeurd bij het klei humus complex. Dit is ook een complex vorming van koolstof en positief geladen mineralen. De N-xt meststof kan zich namelijk ook binden aan het klei-humus complex, waardoor de behaalde stikstof efficiëntie (in bovenstaande onderzoeken) verklaarbaar is. Dankzij deze methode wordt ook bodemleven gunstig beïnvloedt zoals onderzoek heeft aangetoond door het NMI in een vergelijk met kalkammonsalpeter (zie onderstaande grafiek).

Het complexeren van ureum zoals Healthy Soil dat doet met haar N-xt meststoffen heeft dus geen nadelig effect op het bodemleven, maar eerder het tegenovergestelde. Dankzij dat betere en diverse bodemleven heeft het ook een positief effect op verliezen van emissie en/of uitspoeling. Hetzelfde onderzoek van het NMI toonde ook aan dat er minder stikstof verliezen zullen optreden. Dit is het gevolg van het herstel van de bodembiologie en de mogelijkheid om zich aan het TEC te binden.

Door met deze complexe meststoffen te werken die dus efficiënter benut worden neemt ook de kwaliteit van het eiwit toe. Dit gras bevat een meer compleet aminozuur patroon, in de gewenste verhoudingen, waardoor het NPN (niet eiwit stikstof) automatisch veel lager wordt.

Doordat het minder NPN en meer volwaardig eiwit bevat geeft het een betere benutting door de koe. Hierdoor is de stikstof efficiëntie bij de koe ook weer gunstiger, met als gevolg dat er een andere kwaliteit drijfmest ontstaat. De drijfmest verschuift naar meer organisch gebonden stikstof en minder ammoniakaal. Dat betekent dus dat er meer stikstof gebonden zit en minder vervluchtigd.

Kortom; goed gekozen meststoffen als extra aanvoer op uw bedrijf kunnen er voor zorgen dat natuurlijke processen elkaar moeiteloos kunnen opvolgen en dat hierdoor vele problemen 'vanzelf worden opgelost'.
Wij zeggen wel eens: "De veehouderij is niet het probleem, maar ‘de centrale sleutel’ in de oplossing". Het managen van bodemprocessen, daar zou de politiek zich druk om moeten maken. Gelukkig zijn er partijen die dit wél snappen😉. Laat ons gerust weten als u meer wilt weten of toe bent aan een persoonlijk advies op uw bedrijf.